Gepubliceerd op 02-09-2018

Ellips

betekenis & definitie

ELLIPS, v. (-en), (meetk.) eene der kegelsneden, niet evenwijdig aan het grondvlak, doch alle beschrijvende lijnen snijdende; ook.: ovaal;

— (taalk.) schijnbare weg-, uitlating van een of meer woorden in een volzin, die er door den hoorder of lezer gemakkelijk bijgedacht kunnen worden: inz. in spreekwoorden, spreuken, leuzen enz. bv. eind goed, al goed; een man, een man, een woord, een woord !;
— de ellips is ook eene rhetorische figuur, vooral waar ze op effect is berekend; ook ellipsis, ellipse genoemd.