Gepubliceerd op 02-09-2018

Doorwerken

betekenis & definitie

DOORWERKEN, (werkte door, heeft doorgewerkt), voortgaan met werken; (scherts.) hij heeft doorgewerkt, tot den ochtend geboemeld;

voortgang maken met het werk werk goed door;
— door iets heen duwen, trekken enz.; door werken stukmaken, openen, wonden hij heeft zijne handen doorgewerkt;
— (w. g. voor): er door krijgen, doorzetten, tot stand brengen, gedaan krijgen eindelijk heeft hij het doorgewerkt; zij hebben bij den minister zijne benoeming doorgewerkt;
—, (doorwerkte, heeft doorwerkt), verwerken, werken onder: stof met goud en zilver doorwerkt; goed doorwerkte kalk;
— een goed doorwerkte rede, waarvan de onderdeelen goed in elkaar sluiten.

< >