DOORWATEREN, (waterde door, heeft doorgewaterd), voortgaan met wateren; door iets wateren;
— de muren wateren door, laten het regenwater door;
—, (doorwaterde, heeft doorwaterd), geheel met water doordringen goed doorwaterd hout werkt niet meer; (ook) op zekere wijze verven, schilderen, bloemen in stoffen weven fraai doorwaterde zijde.