Gepubliceerd op 02-09-2018

Doorboren

betekenis & definitie

DOORBOREN, (boorde door, heeft doorgeboord), aanhoudend boren; (met eene boor) door iets dringen eene plank, metaal doorboren;

—, (doorboorde, heeft doorboord), doorsteken: doorpriemen: met een dolk het hart doorboren; (fig.) dat doorboort mij het hart, grieft mij innig;
— door iets heenschieten de vestingmuren doorboren;
— (zeew.) een schip doorboren, in den grond schieten. DOORBORING, v. (-en), (mil.) op de doorboring van de vijandelijke bataljons volgde alras hunne vlucht, doorbreking.