DONDERDAGSCH, bn. elken Donderdag terugkeerend mijn Donderdagsch bezoek;
— (als verbloemd krachtwoord) donderdagsche jongen! weergasche jongen !;
— ’t is een donderdagsch werk je zou er nijdig om worden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: