DONDERDAG, m. (-en), vijfde dag der week;
— Witte Donderdag, Donderdag vóór Paschen;
— vette Donderdag, Donderdag na Aschdag;
— des Donderdags, op elken Donderdag;
— basterdvloek vooruit, voor den donderdag !
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: