Wat is de betekenis van donderdag?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

donderdag

vierde dag van de week. Voorbeelden: Op donderdag bijvoorbeeld een extra koopavond voor de mensen die dat nodig hebben, lijkt me beter dan elke dag tot zeven uur open zijn. Meppeler Courant, 1994 Voor Euro 96 worden wedstrijden gespeeld in Villa Park op maandag 10 juni, donderdag 13 juni, dinsdag 18 juni en zondag 23 juni. ...

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

donderdag

(19e eeuw) euf.) krachtterm, uitroep van verbazing of ergernis. 'Dat mag je niet doen, wat donderdag!' Ook: 'wat kost dat donderdags veel.' 'Maak als de donderdag dat je wegkomt.' • Ik zeg, wat donderdag jufvrouw, als m'n Hollandsche dubbeltjes zien wilt, dan moet je ze maar op z'n Hollandsch...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

donderdag

donderdag - Zelfstandignaamwoord 1. (tijdrekening), (dag) een dag van de week die na woensdag en voor vrijdag komt Op donderdag gaan we altijd naar onze tante. Woordherkomst Het eerste lid verwijst naar de Germaanse god Donar, ook bekend als Thor. De naam van de dag i...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

donderdag

donderdag - zelfstandig naamwoord uitspraak: don-der-dag 1. de vierde dag van de week ♢ donderdagavond is in veel steden koopavond Zelfstandig naamwoord: don-der-dag de donderdag de dond...

2024-04-24
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

donderdag

Wie heeft zijn naam gegeven aan donderdag? a Donar, de Germaanse god van de donder; b Donerius, een mythische figuur die volgens de overlevering zijn zicht terugkreeg dankzij een blikseminslag; c Dondrus, een van de monniken die paus Gregorius XIII in 1582 assisteerden bij de invoering van de gregoriaanse kalender.

2024-04-24
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Donderdag

→Weekdagen.

2024-04-24
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Donderdag

Vijfde dag van de week. ‘Donderdag’ is de vertalende ontlening van de Latijnse naam ‘dies Jovis’, de dag van de Romeinse god Jupiter (Jovis is de tweede naamval van Jupiter) (Frans jeudi), waarbij de Germaanse dondergod Donar de plaats heeft ingenomen van Jupiter. Donar was een bijzonder populaire god, beschermer van de men...

2024-04-24
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

donderdag

De dag van Donar wordt ook als bastaardvloek, uitroep of scheldwoord gebruikt, als verzachtende naam voor donder. Van Dale13 kent nog vooruit, voor den donderdag! De emotie die uitgedrukt wordt, is verwondering, woede, irritatie enz. zie donder.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

donderdag

donderdag - De dag na woensdag en voor vrijdag, traditioneel gezien als de vijfde dag van de week, maar tegenwoordig ook vaak gezien als de vierde. In het Engels en in een aantal andere talen genoemd naar Thor, de Noordse god van de donder, in het Nederlands genoemd naar Donar, de Germaanse god van de donder. In Romaanse talen genoemd naar de Romei...