DIANA, v. jachtgodin; maan; (scheik.) zilver; (oorl.) ochtendwake;
— boom van Diana, kristalschieting van zilver door b.v. een reep zink in eene oplossing van zilvernitraat te steken;
—AAP, m. (...apen), eene sierlijke soort van meerkat (cercopithecus diana), ongeveer 5 dM. groot.