Gepubliceerd op 02-09-2018

Diana

betekenis & definitie

DIANA, v. jachtgodin; maan; (scheik.) zilver; (oorl.) ochtendwake;

boom van Diana, kristalschieting van zilver door b.v. een reep zink in eene oplossing van zilvernitraat te steken;
AAP, m. (...apen), eene sierlijke soort van meerkat (cercopithecus diana), ongeveer 5 dM. groot.

< >