DAMPIG, bn. (-er, -st), nevelig, vol rook;
— kortademig (van naarden schertsend ook van menschen gezegd). DAMPIGHEID, v. kortademigheid (van paarden).
Gepubliceerd op 02-09-2018
betekenis & definitie
DAMPIG, bn. (-er, -st), nevelig, vol rook;
— kortademig (van naarden schertsend ook van menschen gezegd). DAMPIGHEID, v. kortademigheid (van paarden).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: