CONTRABANDE, v. sluikhandel; smokkelwaar, sluikgoederen;
— oorlogscontrabande, voorwerpen , wier vervoer gedurende een oorlog verboden is;
— absolute contrabande, kruit, wapenen, kleedingstukken;
— conditioneele contrabande, levensmiddelen, paarden, spoorwegmateriaal enz.;
— de contrabande is neembaar, mag in beslag genomen worden;
— (fig.) dat is hier contrabande, dat is hier verboden, niet toe te staan.