BROODMAND, v. (-en), met de broodmand loopen, brood rondbrengen, venten;
— klein mandje of bakje van aardewerk, lakwerk enz. waarin het brood wordt opgedischt;
...MEEL, o. eene zelfstandigheid die bij het gewone tarwebrooddeeg gevoegd wordt om er de voedzaamheid van te verhoogen, bereid naar de voorschriften van Liebig;
...MEESTER, m. (-s), brooduitdeeler (in godshuizen enz.);
...MES, o. (-sen), mes waarmee men boterhammen snijdt.