BOSCHMIER, v. (-en), roode boschmier (Formica rufa);
...MUIS, v. (...muizen), eene van boven roestkleurige, van onderen witte muis, (mus silvaticus);
...MUUR, v. groote boschmuur, eene in bosschen en op beschaduwde vochtige plaatsen groeiende plantensoort (stellaria nemorum).