BEERRUPS, v. (-en), bruine ruige rups; zij hebben op alle segmenten langbehaarde wratten, op den rug zwarte haren, in de zijden steenroode haren;
—VLINDER, m. (-s), een nachtvlinder (arctia caja) waarvan kop en borststuk roodbruin zijn, evenals de gemarmerde voorvleugels, terwijl de achtervleugels vermiljoenrood zijn.