m. (-ken), ijzeren lade aan eene kachel waarin de asch wordt opgevangen; bak waarin bij eene stoommachine de uitgebrande staven worden opgevangen; (meest ASCH BAKJE) schoteltje of bakje, dienende om de asch van sigaren in af te stooten, of de pijp in uit te kloppen;
— (gew.) vuilnisbak. Aschbakje, o. (-s).