Afziften (ziftte af, heeft afgezift), met de zift afzonderen, door zifting afscheiden, afzeven: het kaf van het koren afziften;
— (stoffen die gezift moeten worden) geheel ziften;
— ze zoodanig bewerken, dat alles behoorlijk gezift is zoodra al het koren afgezift is; is het meel al afgezift ? AFZIFTING, Y.