m. (-s), walkapitein, inz. bij de visserij.
WALSCHOT,
I.o., spermaceti, een vetachtige stof uit onderhuidse lichaamsholten en inz. de grote kop van de potvis verkregen ; bij het levende dier is het vloeibaar: een grote potvis levert wel 5000 kg walschot.
II. o., (plantk., gew.) bitterzoet.