Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voorlaten

betekenis & definitie

(liet voor, heeft voorgelaten),

1. laten voorgaan: waarom zou ik hem voorlaten? ;
2. laten voorkomen, toegang verlenen: hij zocht gehoor bij de vorst, doch men het hem niet voor; — [geen samenst. in ik heb mijnheer voor gelaten, in de voorkamer].

< >