(verleende, heeft verleend),
1. als hogere aan een mindere schenken, toestaan : gunsten, de vrijheid, gratie verlenen; — (in zwakker opvatting) bieden, verschaffen : onderstand, hulp verlenen: — zich toegang verlenen door het raam, door een raam inklimmen :
2. (oneig.) mededelen, geven : de tegenwoordigheid van de koningin verleende aan de plechtigheid een bijzondere glans : de bloemen verlenen de kamer een vrolijk aanzien.