Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vollen

betekenis & definitie

(volde, heeft gevold), walken, bewerking van wollen weefsel die ten doel heeft het te doen vervilten, de vezels tot een dichte, egale massa ineen te werken ; het geschiedt door kneden (oorspr. treden in een kuip) of persen tussen walsen, onder toevoeging van verschillende bijtende en ontvettende stoffen : door het vollen, verliest het ruwdoek van 25 % tot 50 % van zijn grootte.

< >