Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vanouds

betekenis & definitie

bw., van (de) oude (oudste) tijden af : sedert en gedurende lange jaren : sedert lang : zulke doubletten zijn ook onder de vanouds Nederlandse woorden wel aan te wijzen ; — als vanouds : kinderen dartelen als vanouds in tuinen en parken ; — bijvoeglijk gebruikt als bep. bij een zn.: gedenk aan de dagen vanouds (Deut. 32 : 7); — vanouds her, zie Oudsher (van).

< >