Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dartelen

betekenis & definitie

(dartelde, heeft gedarteld), zich speels bewegen, huppelen, springen, rondfladderen enz.: de hinderen dartelen op het veld ; het visje dartelt in de stroom ; de lammeren dartelen in de weide ; door het leven dartelen, opgewekt, zonder zorgen door het leven gaan; — (fig.) aan de afgrond dartelen, zich loszinnig, wulps gedragen, terwijl de val nabij is.