(schaterde uit, heeft en is uitgeschaterd),
1. schaterend, luid weerklinkend uiting geven aan (zijn vrolijkheid): het uitschateren van het lachen ; — vand. zij schaterden het uit, lachten luidkeels;
2. ten einde schateren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: