I. m. (-en),
1. dunne en rechte spruit van een plant, inz. stijve of puntige halm.
2. voelhoren van insecten en andere dieren.
3. lang en schraal meisje.
4. klein bosje uitstekend of afwijkend stug hoofdhaar.
5. lang en puntig versiersel, b.v. een veer op een dameshoed.
6. op sommige binnenschepen en vissersschepen: rondhout dat draaibaar onder aan de mast is bevestigd en,