Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Siphon

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-s),

1. hevel, bepaaldelijk buisleiding met hevelwerking.
2. fles die door middel van een hevel wordt geledigd: een siphon spuitwater.
3. grondduiker, verbinding van twee open waterleidingen door een dieper gelegen buis, b.v. onder een straat door.
4. straatkolk met stankafsluiter.

< >