bn. bw. (-er, -st),
1. beweegbaar, vervoerbaar: roerende goederen, alles wat niet van nature of door bestemming onroerend is, meubelen, vee enz.;
2. (It.-K.) roerende feestdagen, die niet steeds op dezelfde datum vallen, zoals Pasen en Pinksteren;
3. treffend, aandoenlijk: een roerend verhaal, toneel; — bw.: roerend preken; het roerend eens zijn.