(ribde, heeft geribd),
I.
1. van ribben of ribbels voorzien (de band van een boek enz.);
2. groeven of ribben (b.v. in een metalen plaat) maken.
II. (vlas) sterk uitstrijken met een botsnedig lemmet van ijzerblik of staal, om de nog overgebleven houtdeeltjes van de vlasstok uit de vezels te verwijderen.