Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Protagoras

betekenis & definitie

Protago'ras, Gr. sophist uit A'bdera (± 485—410), moest, van atheïsme beschuldigd, vluchten (hij had gezegd dat hij niet wist of er goden bestonden, en als zij bestonden, hoe zij er uit zagen); van hem is ook het gezegde : ,,de mens is de maat van alle dingen”.

< >