(planeerde, heeft geplaneerd), (<Fr.),
1. gladmaken, oneffenheden aan de oppervlakte wegnemen : grondwerk dat bezaaid en geharkt is planeert men soms ten einde grote uitdroging te voorkomen, hetgeen geschiedt door er met het plat van een schop op te kloppen ; — (metaalbew.) gedreven metalen voorwerpen door kloppen met de planeerhamer gladhameren; — (pap.) drukpapier door lijmwater halen, het persen en drogen, waardoor het stijver en gladder wordt;
2. (vliegw.) zweven, vliegen met afgezette motor: de piloot planeert onder een zodanige zweefhoek dat het vliegtuig voldoende vliegsnelheid behoudt.