(<Fr.), v. (-n),
1. vier of meerzijdig spits toelopend grafmonument der Egyptische koningen: de piramide van Gizeh;
2. bouwwerk van een dergelijke gedaante als onder 1.: de piramide van Austerlitz;
3. geheel van voorwerpen op elkaar gestapeld in de vorm van een piramide: een piramide van omgekeerde glazen;
4. boom in de vorm van een piramide gesnoeid of gekweekt;
5. (meetk.) lichaam dat een veelhoek tot grondvlak heeft en waarvan de zijvlakken driehoekig zijn, die in een punt, de top, samenkomen.