Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pâté, patee

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-’s),

1. (Zuidn.) gerecht van fijngehakt vlees enz. dat met andere bestanddelen tot een stijve saamgeperste massa wordt gemaakt ;
2. wildpastei : pâté op de boterham gebruiken ; — inz. pâté de foie gras : een potje pâté ;
3. (Zuidn.) oorveeg.

< >