Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Paskwil

betekenis & definitie

(<Er. of It. pasguillo, verkl. van Pasquino, een beeld te Rome, waarop men spotdichten aanplakte), o. (-len),

1. schotschrift, pamflet;
2. geschrift enz. waardoor men iem. of iets belachelijk maakt: ergens een paskwil van maken ;
3. grap, spotternij : het is zeker een paskivil;
4. iets belachelijks, parodie: je moet zien hoe die twee met elkaar ontspringen, ’t is een paskwil;
5. zonderling of bespottelijk mens: een paskwil van een vent.

II. v. (-len), paskwilschuif.

< >