(<Er. of It. pasguillo, verkl. van Pasquino, een beeld te Rome, waarop men spotdichten aanplakte), o. (-len),
1. schotschrift, pamflet;
2. geschrift enz. waardoor men iem. of iets belachelijk maakt: ergens een paskwil van maken ;
3. grap, spotternij : het is zeker een paskivil;
4. iets belachelijks, parodie: je moet zien hoe die twee met elkaar ontspringen, ’t is een paskwil;
5. zonderling of bespottelijk mens: een paskwil van een vent.
II. v. (-len), paskwilschuif.