Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pardon

betekenis & definitie

(Fr.),

I. zn. o. g. mv., vergiffenis, vergeving, kwijtschelding, genade: geen pardon geven, het leven der vijanden niet sparen; — (spr.) die pardon vraagt erkent schuld; — zonder pardon, zonder genade, onverbiddelijk.

II. tw., beleefdheidsformule: pardon! met uw verlof! neem mij niet kwalijk!

< >