I. (overvraagde, overvroeg, heeft overvraagd), te veel vragen: hij overvraagt een halve gulden op de meier ; een solied koopman overvraagt nooit;
II. (vraagde of vroeg over, heeft overgevraagd),
1. nog eens vragen;
2. (kaartsp.) hoger vragen: vraag je zulk een spel over?