Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Openliggen

betekenis & definitie

(lag open, heeft opengelegen),

1. opengeslagen, geopend liggen: het boek lag open;
2. (Zuidn.) zijn been ligt open, vertoont open wonden;
3. open, onbeschut, voor ieder toegankelijk liggen;
4. onbedekt liggen;
5. vrij voor het oog liggen, zichtbaar zijn; ook fig.

< >