Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Octaaf

betekenis & definitie

(<Lat.), v. en o. (...taven),

1. (R.-K.) tijdperk van acht dagen, voor de viering van sommige kerkfeesten bestemd: Kerstmis heeft een octaaf;
2. (muz.) toonsafstand (interval) van acht diatonische trappen: een piano van zeven octaven ; groot, klein octaaf;
3. (org.) orgelregister tot de labiaal stemmen behorend;
4. de twee vierregelige strofen (kwatrijnen) van een sonnet tesamen.