m. (-s, ...galen), 1. grauwe, priemsnavelige zangvogel die inz. ’s avonds en in de voornacht heerlijk zingt (Luscinia megarhyncha): de nachtegaal zingt, slaat; van half April tot in September houdt de nachtegaal zich in ons land op ; — 2. (fig.) beroemde zangeres: de Zweedse nachtegaal, Jenny Lind; — 3. (scherts.) Hollandse nachtegaal, kikvors.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
