I. zn. m. (-en),
1. gezel, (jonge) vent: een vrolijke, losse kwant;
2. snaak, snuiter, gast: een vreemde, rare kwant',
II. bn., (diev.) flink: dat vind ik kwant van hem.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: