(kermde, heeft gekermd),
1. in steunende, klaaglijke, ongearticuleerde klanken uiting geven aan lichamelijk leed : kermen van pijn;
2. op weeklagende wijze uiting geven aan droefheid of ontsteldheid : hier helpt geen kermen en schreien, er moet gehandeld worden; over iets of iem. kermen ;
3. klaaglijk kreunend uitbrengen, zeggen: och, heb toch medelijden, kermde hij;
4. geluid geven als van iem. die kermt.