Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kalfsoog

betekenis & definitie

o. (...ogen),

1. oog van een kalf of als van een kalf, t.w. bol en met veel wit: Mietje met de kalfsogen; — 2. ei, uit de dop in kokend water gestort en zo gestold, verloren ei;
3. snij- of versieringsmotief in de vorm van een halfrond in een kwartronde lijst;
4. (gew.) blei, kolblei;
5. soort van koekje met gelei in ’t midden, spiegelbanket;
6. gew. ben. voor de margriet, het moederkruid en het boerenwormkruid.