Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jaloezie

betekenis & definitie

1. v., jaloersheid, afgunst, nijd, in ’t bijz. minnenijd; vgl. Jalousie',

2. v. en o. (-ën), zonnescherm, bestaande uit enige mm dikke houten stroken, evenwijdig aan elkaar met koorden bevestigd, zodat zij een horizontaal traliewerk vormen dat op- en neergelaten kan worden: de jaloezieën dichttrekken ; — ook wel: zonneblind.