(wikkelde in, heeft ingewikkeld),
1. in een omhulsel doen door dit er omheen te vouwen of te rollen: iets in papier inwikkelen ; zich inwikkelen, zich rollen, geheel hullen in (doeken, dekens enz.):
2.(fig.) (iem. in iets) betrekken : ze hebben mij ook in die zaak ingewikkeld ; — (wederk.) zich met iets inlaten: in zulke zaken zou ik mij maar niet inwikkelen.