m. en v. (-n), in ’t alg. wie in enig gebied, in enige plaats woont, vaste bewoner ; volgens de Ndl. wet v. 12 Dec. 1892: hij die zijn woonplaats in het Rijk heeft en haar gedurende de voorafgaande 18 maanden in het Rijk of zijn koloniën of bezittingen in andere werelddelen gehad heeft: tot de uitoefening van het kiesrecht wordt voor Nederlanders gevorderd, dat zij ingezetenen zijn; — ingezetene van een provincie of gemeente is hij die daar het laatste jaar gewoond heeft; — de ingezetenen en opgezetenen, de bewoners van de steden en van het platteland.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk