(herriep, heeft herroepen),
1. weder in het geheugen roepen, weer voor de geest doen verschijnen ;
2. terugnemen, intrekken: een besluit, een volmacht enz. herroepen; zij heeft haar lastertaal herroepen, verklaard dat het beweerde onwaar was; de ketter werd gedwongen zijn dwaalbegrippen te herroepen.;
3. (Zuidn.) opnieuw en herhaaldelijk roepen.