Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Herhalen

betekenis & definitie

(herhaalde, heeft herhaald),

1. nog eens doen, overdoen, opnieuw hetzelfde doen: deze bewerking moet enige malen worden herhaald ; hij herhaalde zijn wandeling iedere dag ;
2. zich herhalen, nogmaals gebeuren, terugkomen : de koorts heeft zich niet herhaald;
3. nog eens zeggen, herzeggen, overzeggen: zij herhaalde haar verzoek; — nazeggen : ik weet niet of het waar is, ik herhaal alleen wat anderen mij hebben gezegd;
4. weerkaatsen, weerspiegelen ;
5. zichzelf herhalen, van een kunstenaar, schrijver enz. dezelfde motieven, effecten nogmaals aanwenden: deze schilder, dichter herhaalt dikwijls zichzelf.