Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Groefleger

betekenis & definitie

o., de ligging van het gesteente in een groeve ; — (van gehouwen steen) het vlak waarop en de richting waarin de steen in de groef gelegen heeft: het is volstrekt noodzakelijk de Maastrichtse bouwsteen steeds op zijn groefleger te plaatsen, daar anders zijn samenhang spoedig verbroken wordt.

< >