Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Grasduinen

betekenis & definitie

I. v. mv.,

1. met gras begroeide duinen of hoogten, in de verouderde uitdr. in grasduinen gaan, eig. (van vee) op het gras van een goede weide te gast gaan, vandaar: zijn hart ophalen : wij zullen er eens recht in grasduinen gaan, de oorsprong van het ww.

II. (grasduinde, heeft gegrasduind), naar hartelust toetasten, te werk gaan ; zich er geheel in verdiepen : hij zit weer in die kist met boeken te grasduinen ; voor liefhebberij studeren: in geschiedenis grasduinen.