bn.,
1. (van het beendergestel) week, kraakbenig;
2. (van vis) gratig, vele graten hebbende : snoek is een graatachtige vis ;
3. (van personen) zo mager als een graat.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
bn.,
1. (van het beendergestel) week, kraakbenig;
2. (van vis) gratig, vele graten hebbende : snoek is een graatachtige vis ;
3. (van personen) zo mager als een graat.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: