Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie Z
- Zetveld
- Zetvormer
- Zetwaarde
- Zetwijze
- Zeug
- Zeugdistel
- Zeugijzel
- Zeulen
- Zeuling
- Zeuntje
- Zeur
- Zeurder
- Zeurderig
- Zeuren
- Zeurig
- Zeurigheid
- Zeurkous
- Zeus
- Zeuxis
- Zeven
- Zeven tegen thebe
- Zeven, werkwoord
- Zevenarmig
- Zevenblad
- Zevenbladig
- Zevenbloeiyi
- Zevenboom
- Zevenboomolie
- Zevend’halfje
- Zevendaags
- Zevende
- Zevendehalf
- Zevendraads
- Zevenduizendste
- Zevenendertig er
- Zevengesternte
- Zevengetijde
- Zevenhelmig
- Zevenhoek
- Zevenhoekig
- Zevenhonderd
- Zevenhonderdste
- Zevenjaarlijks
- Zevenjaarsbloem
- Zevenjarig
- Zevenjarige
- Zevenkaart
- Zevenkantig
- Zevenklapper
- Zevenkleurig
- Zevenkramer
- Zevenkruid
- Zevenlettergrepig
- Zevenmaal
- Zevenmaandig
- Zevenmaands
- Zevenmijlslaarzen
- Zevenoog
- Zevenponder
- Zevenslaper
- Zevensnarig
- Zevenster
- Zevenstoot
- Zevenstuiverslieden
- Zevental
- Zeventallig
- Zeventien
- Zeventiendaags
- Zeventiende
- Zeventiendeeeuwer
- Zeventiendeeeuws
- Zeventiendehalf
- Zeventienderhande
- Zeventienhonderd
- Zeventienhonderdste
- Zeventienjarig
- Zeventienmaal
- Zeventiental
- Zeventienvoud
- Zeventienvoudig
- Zeventig
- Zeventiger
- Zeventigjarig
- Zeventigjarige
- Zeventigmaal
- Zeventigste
- Zeventigtal
- Zeventigvoud
- Zeventigvoudig
- Zeventje
- Zevenurebloem
- Zevenuremis
- Zevenvakkig
- Zevenvingerkruid
- Zevenvlak
- Zevenvoetig
- Zevenvoud
- Zevenvoudig
- Zevenwerf
- Zevenzaad