Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Kramprog
- Krampstillend
- Krampvuur
- Krampwerend
- Kramspa(de)
- Kramster
- Kramsvogel
- Kramwerk
- Krandjang
- Kranebek
- Kranen
- Kranenvlucht
- Kranevoet
- Krang
- Krangkant
- Krangs
- Kranig
- Kranigheid
- Krank
- Krank(i)jorem
- Krankbed
- Kranke
- Krankenbezoek
- Krankenbezoeker
- Krankenverpleegster
- Krankheid
- Krankhoofdig
- Krankhoofdigheid
- Krankte
- Krankzinnig
- Krankzinnige
- Krankzinnigenarts
- Krankzinnigengesticht
- Krankzinnigenverpleegster
- Krankzinnigenverpleger
- Krankzinnigenverpleging
- Krankzinnigheid
- Krans
- Kransader
- Kransbloem
- Kranseling
- Kransen
- Kransje
- Kranskruid
- Kranslijst
- Kranslijster
- Kransnaad
- Kransrib
- Kranssjorring
- Kransslagader
- Kransstandig
- Kransvormend
- Kranswerk
- Kranswieren
- Kranswijze
- Krant
- Krantenartikel
- Krantenbericht
- Krantenbezorger
- Krantenbezorgster
- Krantenbureau
- Krantendrukker
- Krantendrukkerij
- Krantenhanger
- Krantenjongen
- Krantenknipsel
- Krantenloper
- Krantenman
- Krantennieuws
- Krantennieuwtje
- Krantenombrenger
- Krantenpapier
- Krantenschrijven
- Krantenschrijver
- Krantenvrouw
- Krantenwijk
- Kranterig
- Krap
- Krap, nauw
- Krapbloem
- Krapboom
- Krapgeel
- Krapkoot
- Kraplak
- Kraplat
- Kraprood
- Krapstok
- Krapte
- Krapwortel
- Kras
- Kras, sterk
- Kras, voorman
- Kras, vuil
- Krasblok
- Krasborstel
- Krasborstelen
- Krasduivels
- Krasgat
- Krasheid
- Krasijzer