Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Krasje
- Kraskamer
- Krasmachine
- Krasmeester
- Kraspen
- Krasselaar
- Krasselen
- Krassen
- Krasser
- Krassing
- Krat
- Krater
- Kraterbodem
- Kratermeer
- Kraterpijp
- Kraterrand
- Kraterwand
- Krates
- Kratesje
- Kratje
- Kraton
- Krats
- Kratswol
- Kratwagen
- Krauw
- Krauwage
- Krauwel
- Krauwelen
- Krauwen
- Krauwer
- Krauwster
- Krauwtje
- Kravat
- Krawei
- Krebbe
- Krediet
- Kredietaanvraag
- Kredietbank
- Kredietbrief
- Kredietgever
- Kredietgeving
- Kredietinrichting
- Kredietinstelling
- Kredietmarkt
- Kredietnemer
- Kredietoperatie
- Kredietpapier
- Kredietstelsel
- Kredietvereniging
- Kredietverlening
- Kredietvraag
- Kredietwaardig
- Kredietwaardigheid
- Kredietwet
- Kredietwezen
- Kree
- Kreeft
- Kreeftachtig
- Kreeftdicht
- Kreeftebroodje
- Kreeften boter
- Kreeftengang
- Kreeftensaus
- Kreeftensla
- Kreeftensoep
- Kreeftenvangst
- Kreeftenvisser
- Kreeftenvisserij
- Kreeftepastei
- Kreeftepoot
- Kreefteschaal
- Kreefteschaar
- Kreeftje
- Kreeftkruid
- Kreeftsbloem
- Kreeftschaar
- Kreeftskeerkring
- Kreeftsoog
- Kreek
- Kreekje
- Kreel
- Kreen
- Kreet
- Kreeuw
- Kreeuwen
- Kregel
- Kregelheid
- Kregelig
- Kregeligheid
- Kregelkop
- Kreits
- Krek
- Krekel
- Krekelen
- Krekeltand
- Krekeltje
- Krekelzang
- Krelis
- Krem
- Kremer